Op 19 mei 2020 plaatste ik mijn laatste column. Daarna kwam er nog één gedicht bij -als ode aan mijn lieve man-, maar dat was het. Ik had het te druk met afstuderen, wat dan ook met vlag en wimpel lukte. Daarna werd ik in beslag genomen door onze verloving, een fulltime baan, het kopen van een huis, verbouwen, een hersenschudding, onze bruiloft... maar bovenal door een afkeer in mijn hart. Ik wilde niet meer zó graag schrijven als ik daarvoor wel had gedaan.
Ik heb het altijd wel spannend gevonden om te schrijven. De spanning kreeg echter nooit zoveel ruimte, want de stukken die ik voor Beam schreef waren constant. Eens in de zoveel weken kreeg ik een onderwerp en deadline aangedragen, een stok achter de deur. Ik heb toen ook momenten gehad dat ik angstvallig wilde weigeren mijn laptop open te slaan, maar 'mijn denkbeeldige schop onder mijn reet' (die ik mijzelf heel goed kan geven!) leidde er toe dat ik toch doorzette. Er stond altijd vóór de deadline een stuk klaar. Toen het schrijven voor Beam stopte, merkte ik dat de afkeer, de angst het niet perfect te zullen doen, steeds meer de kop op stak. Ik liet mij erdoor leiden en stopte helemaal.
Zo bewust als ik het nu beschrijf, is het niet gegaan. Ik gaf mijzelf excuses, zoals ik aan het begin al als voorbeeld gaf. Maar daaronder lag, onbewust, een angst. Een angst die bij veel dingen op kwam zetten, maar waar ik dan geen aandacht aan schonk. Ik liet er geen ruimte voor, en richtte mij gewoon op wat anders. Vandaag de dag heb ik het erger dan toen, en ik kan het moeilijker negeren. Het komt opzetten wanneer iets niet zo loopt zoals ik van tevoren wilde. Zo goed als ik mijzelf kan motiveren om iets te doen, zo slecht kan ik mijzelf ademruimte geven als dat nodig is. Wat gepland staat, moet (goed) gebeuren. En vaak, als ik dan terugkijk, blijkt dat ik verblind was door perfectionisme.
Gerben en ik zijn bijna een jaar getrouwd. We zoeken een ritme, en dat kost, vooral voor mij, heel veel tijd. Ik wil zóveel - ik wil ons huis bijhouden, zodat mensen zien dat we het redden en niet denken dat we wappies zijn. Ik wil voldoende tijd besteden aan vriendinnen en ik wil héél goed voor mijn man zorgen, maar ook fulltime werken en onze financiën onder controle houden. Ik wil leuke dingen plannen om samen te doen, maar ook iedere zondag naar de kerk en 's avonds voor het slapen gaan samen bidden. Ik wil Gerben steunen in datgene hij allemaal wil en hem supporten waar nodig is, en ik wil natuurlijk nog véél meer. Maar het aller, állerliefste, wil ik mij NU helemaal thuis voelen in mijn nieuwe woonplaats, en vooral niet wéér verdrietig zijn omdat ik het allemaal toch best wel een beetje ingewikkeld vind. Ik houd graag controle over situaties. Nu er zoveel is veranderd en ik over mijn emoties niet altijd controle heb, ben ik een beetje uit balans. Dat is niet raar en dat heeft tijd nodig, maar wat ik wil leren, is er geen snufje 'dit moet', en 'dat moet' meer bij te gooien op momenten dat dat eigenlijk niet zo handig is.
Ik wil dat leren, omdat er een angstvallig gevoel is dat gevoed wordt door die 'snufjes'. Het is het gevoel, de angst, dat ik het nóg beter moet gaan doen. Gelukkig is er iedere dag iemand die díe angst in mijn ogen herkent, mij stevig tegen zich aantrekt en zegt: 'Je doet het goed, ik ben trots op je.' En dat maakt míj dan weer trots, want ik ben de enige die zijn naam in mijn ring mag dragen. We komen er wel. Of eigenlijk zijn we er al. Samen. Niet omdat het moet, maar omdat ik het wil.
'Lord, You've been faithful to plant the seeds,
and You will be faithful to always send Your rain.
You are faithful.
Though the seasons change, Your love remains.'
- Seasons Change, United Pursuit
Reactie plaatsen
Reacties